Nicole Beutler / NBprojects, muziektheatergezelschap Silbersee en Ulrike Quade Company slaan de handen ineen voor een intieme en fysieke operabewerking. Geïnspireerd door de bekende opera Dido en Aeneas van Henry Purcell brengt regisseur Nicole Beutler het lot van de tragische koningin Dido dichterbij dan ooit. Op het podium vijf zangers en één danseres. Ze bijten zich vast in Dido’s laatste woorden: remember me but forget my fate. In DIDO DIDO versmelten stemmen, muziek en lichaam tot een bezwerend afscheidsritueel dat diep onder de huid kruipt.
Dido is bekend uit de Romeinse mythologie als de koningin en stichtster van Carthago. Als haar geliefde, de Trojaanse held Aeneas, haar verlaat, zingt ze haar laatste klaagzang vlak voordat ze sterft van verdriet. Deze finale aria ‘Dido’s Lament’ is het beroemdste stuk uit Purcells opera en het uitgangspunt van de voorstelling. Dwars door alle lagen van tradities en connotaties zoekt regisseur / theatermaker Nicole Beutler (NBprojects) met behulp van muzikaal leider Romain Bischoff (Silbersee) naar de ziel van dit meesterwerk. Samen met professionele operazangers en een danseres ontleden ze de klassieke aria, componeren hem opnieuw, en maken het publiek deelgenoot van het scheppingsproces.
Purcells barokklanken worden verrijkt door ongebruikelijke instrumenten met een Oosters klankidioom. Onder andere fujara, kemence, harmonium, gar klein, krummhorn en dudukblazen Dido’s stem nieuw leven in en verwijzen tegelijkertijd naar haar afkomst. De instrumenten met intieme, soms bijna hese klanken maken de muziek – en daarmee het naderende afscheid van Dido – menselijk en kwetsbaar.
Niets kan zo goed sterven als een pop. Als de spelers hun handen er vanaf trekken wordt het leven er uit weggenomen. In DIDO DIDO zal een pop tot leven gewekt worden, enkel om te sterven. De regie van het poppenspel ligt in handen van Ulrike Quade Company, die eerder samenwerkte met Nicole Beutler voor de voorstelling Antigone (2012).