Foto: Jtravel
Mens-robot interactie: Floriade
De Ulrike Quade Company, al meer dan twintig jaar een pionier in interdisciplinair visueel theater in Amsterdam, combineert poppenspel en technologie op het toneel. Onze missie is om de grenzen tussen technologie, kunst en menselijkheid te vervagen. Dit doen we door samen te werken met professionals uit de podiumkunsten, creatieve industrie en wetenschappen.
In ons project Center Stage Robotics onderzoeken we hoe industriële robots kunnen optreden in een theatrale omgeving. Van juli 2023 tot december 2024 duiken we in de wereld van industriële robots binnen theater en performance. Onze sprints zijn hierbij essentieel: intensieve werksessies waarin we met een multidisciplinair team specifieke onderwerpen en thema’s verkennen. Deze sessies leveren nieuwe inzichten, prototypes en concepten op voor toekomstige theater- en museumprojecten.
Zesde sprint: voorbereidingen voor Floriade 2022
Op donderdag 10 februari vond in Almere de zesde sprint plaats van het samenwerkingsproject tussen Bram Ellens en de Ulrike Quade Company voor Floriade 2022. De sessie begon met een uitnodiging aan de aanwezigen om het resultaat van enkele weken werk aan de performance-installatie te bekijken. Deze installatie, bedoeld voor de in- en uitgang van de Floriade, bestaat uit de vier en een halve meter hoge staafpop Alex, geanimeerd door twee zwarte hydraulische robotarmen van KUKA. Tijdens deze sessie werden voor het eerst alle vijf bewegingsblokken van de pop aan het publiek getoond.
Eerste indrukken en discussies
Na de presentatie werden in een rondetafelgesprek de eerste indrukken gedeeld. De meeste aanwezigen vonden dat, ondanks de grootte van de pop, er een intieme sfeer omheen hing, vergelijkbaar met een kind dat je aanwezigheid erkent tijdens het spelen. Een andere veel voorkomende gedachte was dat de installatie een heilige sfeer opriep, alsof hogere wezens probeerden te communiceren met het publiek. Er werd gedebatteerd of dit kwam door de pop die zelf probeerde te communiceren, of dat de KUKA-armen de pop als een instrument gebruikten om te communiceren.
Op basis van deze indrukken kwamen er interessante vragen naar voren over de samenwerking tussen poppenspel en robotica. Een belangrijke vraag was of het gebruik van robotarmen om een pop te animeren ervoor zorgt dat de pop als levend wordt ervaren door het publiek, of dat juist de armen zelf als levend worden ervaren.
Leesclub: ‘Programming play: puppets, robots, and engineering’
Het tweede deel van de sessie was gewijd aan een leesclub waarin het artikel “Programming play: puppets, robots, and engineering” van Elizabeth Jochum en Todd Murphey werd besproken. Dit artikel onderzoekt hoe poppenspel kan worden gebruikt om nieuwe manieren van geautomatiseerde beweging te verkennen. Jochum suggereert dat technieken uit het poppenspel nuttig kunnen zijn voor de productie van geautomatiseerde beweging, die vaak gebaseerd is op ultrarealistische mechanische reproductie en daardoor een unheimliche ervaring kan opleveren. Daarentegen helpen de aanduidende kwaliteiten van marionetbewegingen bij het oproepen van de binoculaire visie. Dit stelt theaterpubliek in staat fictief leven toe te kennen aan personages of objecten op basis van hun gedrag en de uitvoeringssetting, wat toeschouwers aanmoedigt psychologie en emoties te projecteren op menselijke acteurs of levenloze objecten.
Discussie en toepassingen
De tekst riep discussie op over hoe deze inzichten ook nuttig kunnen zijn op andere gebieden. De groep besprak hoe technische problemen ook problemen van poppenspel kunnen zijn en hoe samenwerking tussen techniek en poppenspel de beperkingen in ons denken kan doorbreken. Er werd nagedacht over hoe deze samenwerking nieuwe mogelijkheden kan openen voor geautomatiseerde beweging en artistieke expressie.
Conclusie
Deze zesde sprint benadrukte het potentieel van het combineren van poppenspel en robotica om nieuwe vormen van artistieke expressie te verkennen. De sessie bood inzichten in hoe grote installaties zoals die van Floriade intieme en betekenisvolle interacties met het publiek kunnen creëren. De leesclub en daaropvolgende discussies benadrukten het belang van interdisciplinair onderzoek en samenwerking om de grenzen van zowel technologie als kunst te verleggen. De bevindingen van deze sprint zullen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het project en toekomstige voorstellingen.